De Flamenco Gitaarconcerten in Casa Museo Don Bosco worden uitgevoerd door “Emilio Carafé”. Een autodidactische gitarist van nationaal en internationaal aanzien. Een uitzonderlijke muzikant met een diepgewortelde liefde voor zijn thuisland, Andalucía, en de kunst van Flamenco. Hij is ook muzikaal directeur en bestuurslid van de stichting “Alalá“.
Jongere jaren
Emilio Fernández de los Santos (artiestennaam “Emilio Carafé”) werd geboren in Huelva op 7 mei 1960. Hij groeide op in Sevilla in de wijk “Tres Mil Viviendas”, één van de bevolkingskernen met het hoogste armoedepercentage van Spanje. Emilio is van zigeuner-origine en komt uit een gezin met meer dan 10 kinderen. In het huis van deze grote familie groeide hij op met “flamenco”. Er was veel artisticiteit, drukte en feestvreugde. Hier begon Emilio’s liefde voor de muziek. Als kind luisterde hij betoverd naar de muziek van “Paco de Lucía” en “Cameron de la Isla” en hij droomde er van om zelf artiest te worden. Hij drong er een lange tijd op aan dat hij een gitaar wilde hebben en uiteindelijk wist hij zijn vader ervan te overtuigen om er een voor hem te kopen.
Emilio deed auditie om aan het conservatorium te studeren en werd toegelaten tot de hogere graad in muziek. Wegens omstandigheden kon hij de studie echter niet voortzetten en daarom begon hij zijn eigen training. Hij had dan wel geen leraren of docenten, maar hij had het voorbeeld van de flamenco-artiesten op straat. Bovendien ging hij jarenlang naar de tavernes en salons van Sevilla, Huelva en Cádiz met zijn broer die flamencozanger was. Gedurende deze tijd zag Emilio veel gitaristen, die hij intens beluisterde en observeerde. Hij imiteerde hun technieken en studeerde met volledige toewijding en discipline. Geleidelijk aan ontwikkelde Emilio een unieke manier van spelen en ontdekte zijn eigen persoonlijke muzikale stijl.
Carière
Op 18/19 jarige leeftijd begon Emilio met het het opnemen van muziek in studio’s en het geven van concerten. Hij werkte nauw samen met Rafael en Raimundo Amador van de groep “Pata Nedra” en toerde veel met hen.
Tijdens zijn professionele carrière heeft Emilio gewerkt met onder andere Camarón, Niña Pastori, Manuel Molina, Manzanita, Pepe de Lucía, Juana La del Revuelo, Paco Ortega, Israel Galván, Mariana Heredia, etc.
Behalve met de meest vooraanstaande figuren van de Spaanse flamencowereld heeft Emilio ook het podium gedeeld met muzikanten van andere stijlen en hij heeft opgetreden in theaters in vele landen.

Verder heeft hij als componist 3 soundtracks openomen voor de films: “Pleno al quince” (1999), “Sobreviviré” (1999) en “Báilame el agua” (2000). Hij verscheen ook als acteur/muzikant in “Vengo” (2000) en in de documentaires “Polígono Sur” (2003) en “Alalá” (2016).
Recente Jaren
De laatste 10 jaar heeft Emilio zich vooral toegelegd op het lesgeven aan kinderen en tieners in zijn wijk (de “Tres Mil Viviendas” in Sevilla). Hij besloot jongeren te helpen door ze muziekles aan te bieden en zo hun kansen voor de toekomst te vergroten.
Het project kreeg al snel sociale steun en in 2014 werd een stichting opgericht met de naam “Alalá“, wat “vreugde” betekent in Caló (Spaans Romani). Emilio zit in het bestuur en is muzikaal directeur van de school voor kunst en cultuur. Naast het aanbieden van zang-, dans- en percussielessen, richt de stichting zich op menselijke waarden en sociale integratie.

De documantaire “Alalá” uit 2016 laat zien hoe de stichting de kracht van flamenco gebruikt voor transformatie. De documentaire is beschikbaar op Netflix en GuideDoc met Engelse ondertiteling.